Werkwoorden groep 8

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Het gebruik van de knop Tip kost punten.

1. vieren
We hebben de overwinning .

2. lozen
Het afval is in de rivier .

3. vt (toen) - schaden
Het schandaal het aanzien van president Trump.

4. vergroten
Dit is de versie van het onderdeel.

5. vt (toen) - houden
Dat haar niet tegen.

6. grijpen
Het is nu of nooit, dus je kans!

7. tt (nu) - beschrijven
Ome Henk de route.

8. vt (toen) - stoten
Maysa haar been tegen de tafelpoot.

9. zingen
De kinderen lopen door de wijk.

10. bakken
Ik houd van vers croissantjes.
croissants.jpg