Werkwoorden E7

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Het gebruik van de knop Tip kost punten.

1. veranderen
Je bent .

2. tt (nu) - verharden
De samenleving .

3. vt (toen) - komen
Mijn ouders ook kijken.

4. vereenvoudigen
Het is een probleempje.

5. vt (toen) - kiezen
Hij de verkeerde route.

6. proeven
We hebben het voorgerecht allemaal .

7. tt (nu) - rijden
Binnenkort tante Els naar België.

8. vt (toen) - landen
Beide drones op juiste plek.drone-14089_128.gifdrone-14089_128.gif

9. toeteren
Achter ons stond een autootje

10. zenden
het pakketje onmiddellijk retour!