1. Waar staan de hoofdletters en punten goed?
   1. ?  In groep 6 leren we werkwoorden juist schrijven. Ik ben benieuwd.
   2. ?  In groep 6 leren we. Werkwoorden juist schrijven ik ben benieuwd.
   3. ?  In groep 6. Leren we werkwoorden juist schrijven ik ben benieuwd.
2. Waar staan de hoofdletters en punten goed?
   1. ?  Eet lekker mee. Morgen eten we wel weer gezond.
   2. ?  Eet lekker mee morgen. Eten we wel weer gezond.
   3. ?  Eet lekker mee morgen eten we wel weer. Gezond.
3. Achter welke zin moet een uitroepteken?
   1. ?  Kijk uit, Jos
   2. ?  Jos, kijk je goed uit
   3. ?  Iedereen kijkt hier goed uit, Jos
4. Achter welke zin moet een uitroepteken?
   1. ?  Astor, kom hier
   2. ?  Astor, wil je een brokje
   3. ?  Astor ligt niet in zijn bench
5. Achter welke zin moet een vraagteken?
   1. ?  Doe je mee of niet
   2. ?  Saar vraagt of je mee wilt doen
   3. ?  Kevyn doet altijd mee
6. Achter welke zin moet een vraagteken?
   1. ?  Hoe vaak heb ik dat al aan je gevraagd
   2. ?  Je zult vaak gevraagd worden om mee te doen
   3. ?  Deze vraag lijkt me niet moeilijk te beantwoorden
7. In welke zin moet een komma staan?
   1. ?  Ik doe mee want het is voor een goed doel.
   2. ?  Voor een goed doel zamelen we geld in.
   3. ?  Onze school organiseert een sponsorloop voor een goed doel.
8. In welke zin moet een komma staan?
   1. ?  Voor mijn verjaardag vraag ik snoep geld en viltstiften.
   2. ?  Sven en Pepijn komen ook op mijn verjaardag.
   3. ?  Ik mag kiezen tussen de bioscoop en de dierentuin.
9. Waar staan de hoofdletters en het vraagteken goed?
   1. ?  Wist je dat ik gekozen ben? Morgen weet ik het zeker.
   2. ?  Wist je dat ik gekozen ben morgen weet ik het zeker?
   3. ?  Wist je? dat ik gekozen ben morgen weet ik het zeker.
10. Achter welke zin moet een vraagteken?
    1. ?  Kun je iets stiller zijn
    2. ?  Ik vraag je of je iets stiller kunt zijn
    3. ?  Je kunt best iets stiller zijn